Schrijver en dichter
Emanuel Hiel schreef en vertaalde vele liederen en was schrijver van symfonische gedichten. Het omvangrijke oeuvre van de zwierige en luidruchtige Hiel getuigt van een levendig temperament, hoewel hij vaak vanuit het hart spreekt en in innige eenvoud een soort van elementaire kracht tracht op te wekken. Zijn toneelstukken, gedichten en oratoria (3) zijn sterk episch (4) en theatraal aangelegd. Dit komt het sterkst tot uiting in zijn libretto’s (5) voor cantaten (6).
Hij liet zich vooral door zijn Vlaamse idealen inspireren tot talrijke historische geschriften, vaderlandse strijdliederen en gelegenheidsgedichten, die worden gekenmerkt door spontane en vaak hartstochtelijke gevoelens. Hij was een volgeling van Prudens van Duyse. Zijn liedteksten, waarin hij zijn flamingantisme combineert met ondogmatische vrijzinnigheid, treffen soms een natuurlijke volkstoon, zoals het bekend geworden Waar Maas en Schelde vloeien.
Realistischer is hij in zijn Werkmansliederen, waarin de toon vaak wordt bepaald door zijn democratische overtuigingen. Ook zijn ‘“ vaak vergeten ‘“ liefdesliederen en natuurstemmingen waren belangrijke bijdragen aan het realisme.
Hiels voortdurende weerwerk tegen de invloed van de Franstalige cultuur in Vlaanderen en zijn pogingen om de Vlaamse en Duitse cultuur dichter bij elkaar te brengen, maakten hem erg populair binnen de Vlaamse Beweging en bij de Duitse sympathisanten daarvan. Veel van zijn Vlaams of Germaans geïnspireerde liederen en gedichten behoren vandaag nog tot de actieve Vlaamse cultuur. Hiel vertaalde werk van Bodenstedt, Düringsfeld, Geibel, Heine, Lenau en Uhland voor Looverkens bij onze stambroeders de Hoogduitschers geplukt; zijn Germaanse oriëntatie komt ook tot uiting in lofliederen als Hoe zullen wij u danken, o Duitsche broederschaar en Ode aan Bismarck (1894).
Hiel heeft volgens de literatuur volgende auteurs beïnvloed: Gentil Antheunis, Theophiel Coopman, Willem Gijssels, Pol de Mont, V. de la Montagne, A. Rodenbach en Nestor de Tière.
Nationaal raakte Emanuel Hiel voor het eerst in 1864 bekend met de cantate De Wind. Hiels Loflied op Gent werd op muziek gezet door Florimond van Duyse. Hij verwierf echter zijn grootste faam als librettist van componist Peter Benoit (terug uit Parijs sinds 1864), voor wie hij oratoria, cantates en liedteksten schreef. Zijn oratoriums Lucifer, 1865, en De Schelde, 1866, zijn op muziek gezet door Peter Benoit. Emmanuel Hiel had grote invloed op deze West-Vlaamse toondichter Peter Benoit (1834–1901), die op zijn beurt een invloedrijke ijveraar was voor de volkse eigenheid van Vlaanderen, dat een moeilijke tijd doormaakte om zijn cultuur levendig te houden. Door de oratoriums en liederen van Hiel werd Benoit de grootmeester der Vlaamse muziek.