Willem Battaille (1867-1933)
Guillaume Adrien Bataille, beter bekend als Willem Battaile, werd geboren in 1867 te Brussel als zoon van Antoine Joseph Battaile en Marie Overheyden. Bataille overleed te Schaarbeek op 23 februari 1933.
Graf Willem Bataille
Hij huwde te Schaarbeek op 20 augustus 1902 met Laura Constantia Hiel, dochter van Emanuel Hiel de bekende dichter, Laura was geboren te Brussel op 17 december 1859 en overleed te Schaarbeek op 28 oktober 1945, waar ze onderwijzeres[1] was. Getuigen bij dit huwelijk waren Herman Bataille, broer en handelsbediende, Guillaume Henri Bataille, broer en sergeant bij het Karabiniersregiment, Pierre Davreux, schoonbroer en ambtenaar bij het Ministerie van Nijverheid en Arbeid.
Willem Battaile was een bekend Belgisch kunstschilder. Hij was leerling aan de Academie van Sint-Jans-Molenbeek/Brussel. Willem werd na zijn afstuderen docent (beelden en antieke figuren) aan de Nijverheidschool (Ecole Industrielle) aan de Josaphatstraat in Schaarbeek. Tot het lerarenkorps behoorden destijds ook Privat-Livemont (sinds 1891) en Emile Bulcke (sinds 1905). Battaille woonde omstreeks 1907 in de Ed. Fiersstraat 30 in Schaarbeek. Hij was lid van de Cercle Artistique et Littéraire in Brussel.
Battaille schilderde voornamelijk landschappen, zeegezichten, figuren in post-impressionistische stijl . Het platteland van de Kempen en Vlaanderen gaven hem de inspiratie voor zijn werken. Vooral de melancholie van de herfst en winter , de desolaatheid van verlaten landwegen en velden in de Kempen waren veelal onderwerp van zijn schilderijen. “Souvent de grand format, ses paysages de Flandre, de Campine et du littoral, dún realism évoluant vers le luminisme, sont imprégnés de solitude et de melancolie automnale”.
Hij schilderde zijn landschappen met souplesse en verve, en vaak ‘a bright light floods the dark corners of the nature he chooses to depict’. Hij werd als de ‘Bard van Vlaanderen’ betiteld.
Willem Bataille ging vaak schilderen in de buurt van het Rood-Klooster net buiten Brussel. Hij werkte voor 1914 ook in de streek van Mol, een schildersdorp in de Kempen. Deze regio was op de kaart gezet door onder andere Jakob Smits, een Nederlands-Vlaams kunstschilder: het stadje Mol zelf, maar ook het omliggende: Achterbos, Sluis, Ginderbuiten, Heidehuizen en Ezaart. In Mol logeerde hij doorgaans in het hotel “Duc de Brabant”. Omstreeks 1907 werd hij aangezien, naast Jacob Smits, als één der voornaamste protagonisten van de Molse School.
Hij is er betrokken bij de organisatie van de Internationale Kunsttentoonstelling van 1907. Hij kreeg dan ook veel ruimte toegemeten in de “Internationale Kunsttentoonstelling” over de Molse School in 1907 in Mol georganiseerd. Hij leverde ook de beelddrager voor de affiche van de tentoonstelling: een hoeve met Mariakapelletje en een ossenwagen (exemplaren in Vleeshuis, Antwerpen en Gemeentelijk Jakob Smitsmuseum Mol).
De affiche werd tijdens de expositie ook los verkocht. Hij maakte ook een reclamezegel die op 10.000 exemplaren werd gedrukt. Een ander afficheontwerp, dat niet uitgevoerd werd, en waarop een boerin in een landschap met kerk op de achtergrond is te zien (Mol, Jakob Smitsmuseum)
Een collectie
Etang Rouge Cloitre
Oil on panel, signed lower right “W. Battaille,” a small pond fills the foreground while a farmhouse is just visible behind the trees beyond, housed in a very ornate composition and gilded frame bearing gallery plaque with artist’s name andtitle SS 11.75″h x 15.5″w DOA 19.75″h x 23.5″w From the estate of Suzanne M. Devinant. Some loss to frame.
Abbaye Rouge Cloitre
Bosgezicht
Le Champ De Fleurs.
Winterlandschap
Wasvrouwen aan de Nete
Kermesse au village
Gezicht te Brugge (juli 1927)
Oostende Haven
Vissersdorpje
Duinlandschap
Visserman
Portretten
Jakob Smitsmuseum koopt zeven schilderijen
Het gemeentebestuur van Mol heeft voor het Jakob Smitsmuseum zeven schilderijen aangekocht van kunstenaars die tot de Molse Schildersschool behoorden. Het totale prijskaartje bedraagt 15.800 euro.
De schilderijen maakten deel uit van de succesvolle tentoonstelling ‘De Molse school 1907 herdacht’, die in het najaar van 2007 in het Jakob Smitsmuseum plaatsvond.
Na de tentoonstelling kon het museum de zeven interessante schilderijen kopen bij de Kunstkamer van Herentals. Het gaat om ‘Wasvrouwen aan de Nete’ van Willem Bataille, ‘Veemarkt te Mol’ van Edgard Farasyn, ‘Spinster’ van Pierre Jacques Dierickx, ‘Schaapherder’ van Corneel van Leemputten, ‘Kempens Ven’ van Adolphe Hamesse, ‘Interieur’ van Dolf van Roy en ‘La Molloise’ van Gaston de Biemme.
Van de 15.800 euro die de zeven werken samen kosten, betaalt de gemeente Mol 14.000 euro. De overige 1.800 euro wordt betaald door de Vrienden van het Jakob Smitsmuseum.
‘De zeven schilderijen zijn een belangrijke aanwinst. Ze behoren tot de beste schilderijen die rond 1900 in onze streek zijn gemaakt. Van de kunstenaars zijn ook werken terug te vinden in de collecties van het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, het Museum voor Moderne Kunst in Brussel en het Museum voor Moderne en Hedendaagse Kunst in Luik’, verklaart schepen van cultuur Rit Kerstens (Open VLD).
De nieuwe werken komen bij de permanente collectie van het Jakob Smitsmuseum, die hoofdzakelijk bestaat uit werken van Jakob Smits en andere leden van de Molse School.
Vanaf 30 januari zijn de zeven nieuwe schilderijen te bekijken op het gelijkvloers van het museum. (mto)
[1]Ze schreef samen met haar echtgenoot Willem Bataille onder meer “Kinderspelen en liedjes in het Land van dendermonde”(Gent, Vyncke, 1931)