Prof. Dr. Ir. Clement HIEL (1952)
Opleiding
Burgerlijk ingenieur werktruigkunde-elektrotechniek
Beroep
Clement Hiel heeft als baan de droom van elke jongen: hij werkt in de ruimtevaart. Momenteel heeft hij een eigen bedrijf in Amerika Composite Support & Solutions, gespecialieerd in het verwezenlijken van lichtgewichttechnologie, dat werkt voor de Amerikaanse ruimetevaartorganisatie NASA (National Aeronautics and Space Administration). Hij werkte samen met de NASA aan een volgende generatie van geavanceerde space shuttles, die gebaseerd zijn op een innovatief hitteschild dat door hem werd medebedacht en gepatenteerd. Hij vertelt hierover: “Mijn beroep is volledig gericht naar het brengen van innovatie in de lucht-en ruimtevaartsector. Wij starten nieuwe trends in technologie, vooral materialen en voortstuwingssystemen en we doen suggesties aan NASA voor demonstratie en implementatie.” Onder andere heeft het team van Clement, dat bestaat uit een tiental medewerkers de lichtgewichtconcepten ontwikkeld voor “SpaceShip-One”, dat onlangs een prijs heeft gewonnen in Californië door in de Mojave Woestijn in één week twee keer een lancering uit te voeren. Clement vindt zijn beroep leuk: “Ik heb een enorme vrijheid en mogelijkheid tot creatie en innovatie. Dit vereist een zekere discipline en wijsheid om te kunnen beoordelen om met ontwikkelingen door te gaan of te wachten.” Hij vindt de communicatie met collega’s in andere disciplines ook zeer interessant. Omdat hij in Amerika woont ziet hij zijn vrienden en familie niet vaak. “Daardoor mis ik veel leuke sociale activiteiten”, zegt hij.
Parcours
1969 was het jaar van de eerste maanlanding. Clement was toen zeventien jaar oud: “Vooral de geleerden en de technici die aan de basis lagen van deze doorbraak fascineerden hem, maar het leek ook een zeer verre ‘˜dream’ voor een jongen uit Oost-Vlaanderen ooit deel uit te maken van zo’n team.” Ik was ook veel bezig met motoren en als men mij gevraagd had wat ik zou willen worden, had ik geantwoord: “specialist in dieselmotoren”. In deze periode deed hij veel vakantiewerk: “Ik werkte zowel in grote bedrijven als in KMO’s, eigenlijk in alle sectoren van de Belgische economie.”Na het secundair onderwijs, besloot Clement om voor technisch ingenieur te gaan studeren. Het afstudeerwerk, in opdracht van Bell Telephone (Alcatel), was zeer succesvol: “De Ingenieurs van Bell steunden me om de studies Burgerlijk Ingenieur te beginnen en introduceerden me zelfs bij de Vrije Universiteit Brussel. Toen hij ook deze studies afgerond had, werd Clement assistent op het departement ‘˜Toegepaste Mechanica van het Continuüm’. Dat leidde tot een doctoraat en een post-doctoraat in Virginia (USA) en tot de eerste contacten met NASA. In 1987 werd hij uitgenodigd om als ingenieur bij NASA te werken. “Ondertussen werd ik ook hoogleraar aan de Vrije Universiteit Brussel, waar ik tot op heden lesgeef.
Boodschap
Kennis, daar draait het om in de huidige economie, denkt Clement. “Een kenniseconomie heeft behoefte aan ‘˜innovators’, mensen met een open geest. Verwerf dus een zo groot mogelijke basis aan kennis”, adviseert hij. “Maar wees geen vakidioot”, is zijn waarschuwing, “streef naar een zo uitgebreid mogelijke communicatie, ook buiten je vakgebied.”
Greta Hiel
Behaalt als eerste vrouw een vierde dan – 14/06/2005
LIER – De Lierse Greta Hiel behaalde in de gevechtssportclub Aikido haar vierde dan. Dat maakt dat zij de eerste vrouw is in Vlaanderen die deze Yondan-graad behaald heeft.
In september 1978 begon Greta te trainen in de Mechelse club van haar vader. Nadien is ze ook bij andere clubs gaan trainen om meer ervaring op te doen. Liefst zes dagen per week was ze met haar sport bezig en uiteindelijk behaalde ze haar trainersdiploma en werd ze in die functie als eerste vrouw lid van het federatiebestuur.
In september 1996 begon Greta haar eigen club in de sporthal in Lier maar ondertussen wordt geoefend in de sporthal van het Koninklijk Technisch Atheneum waar 55 leden zich met deze Japanse krijgskunst bezighouden. Maar liefst dertig van de leden zijn kinderen. De club telt ook dertien vrouwen en dat is een groot verschil met de beginperiode van deze sport toen er
bijna geen vrouwen geteld werden.
Greta Hiel vorderde alsmaar in haar sport en nu legde ze een examen af voor de examencommissie van de Vlaamse Aikido Federatie. Ze is meteen de eerste vrouw die een Yondan-graad, vierde dan, behaalde.
Dr. Johan Hiel
In 2004 werd door de stichting een bedrag van € 10.000 geschonken aan Dr.Johan Hiel van het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven.Deze droeg het samen met Dr. Corry Weemaes en Dr. Marcel van Deuren van het UMC in Nijmegen over aan Prof. Malcolm Taylor van de universiteit van Birmingham.In een brief gericht aan de stichting heeft Prof.Taylor nadien uitgelegd wat hij met het geld heeft gedaan.
Jolanda Kanters,voorzitter van Stichting AT,overhandigd samen met Frans van Meir de cheque van €10.000 aan Dr.Johan Hiel.
Dr. Hiel overhandigd samen met Dr.Weemaes en Dr.van Deuren symbolisch de cheque van €10.000 aan Prof. Taylor in het bijzijn van Dhr.Owens vice voorzitter van deA-T Society in Engeland.
Pater Jos Hiel (1913-2005)
Hij werd 4 april 1913 geboren te Hontenisse, legde zijn religieuze professie als Redemptorist af 8 september 1933 te ’s Hertogenbosch en werd 11 augustus 1938 te Wittem priester gewijd. Van 1939 tot 1951 was hij leraar aan het klein-seminarie van de Redemptoristen te Nijmegen, Roermond, St Odiliënberg en Glanerbrug. Hij was rector te Roermond en Roosendaal en van 1967-1992 verbonden aan de parochie voor Frans sprekenden te Den Haag. Sinds februari 2001 vond hij verzorging in het Berchmanianum te Nijmegen. Daar overleed hij in de leeftijd van 92 jaar op 8 november 2005, gesterkt door het Sacrament van de Ziekenzalving. Om God te danken voor zijn leven vierden wij maandag 14 november de Eucharistie in de kerk van de Nebo te Nijmegen, waarna wij hem ter ruste leggen op het kloosterkerkhof.
Jos was een toegewijd Redemptorist. Hij heeft een arbeidzaam leven geleid, aanvankelijk als leraar wiskunde. Liever was hij missionaris geworden, maar hij heeft de taak, hem toevertrouwd, met ijver en inzet van zijn talenten vervuld. In later jaren verhuisde hij naar Den Haag waar hij vele jaren zijn beste krachten heeft gewijd aan de parochie van Frans sprekenden. Hij werkte er graag en was er gezien. 17 jaar woonde hij daar in de Jezuïeten-communiteit en was er een gewaardeerd lid van. Vele malen bracht hij zijn vakantie door in Frankrijk waar goede vrienden hem gastvrij ontvingen.
Zeeuws Vlaanderen met zijn weidse natuur was hem dierbaar en hij was er trouw aan. Verknocht aan zijn familie, leefde hij mee met al hun lief en leed; naarstig speurde hij hun genealogie na en gaf die uit in boekvorm.
Hij was een begaafd, temperamentvol man. Zeer interesseerde hij zich voor de geheimen van de natuur en kon er boeiend over filosoferen.
Het viel hem niet gemakkelijk de lasten van de ouderdom te dragen. Op hoge leeftijd gekomen, vond hij verzorging en verpleging in het Berchmanianum te Nijmegen, hij was daar dankbaar voor. Hij vond het fijn dat ook in de laatste jaren van zijn leven familieleden hem bezochten.
Geliefd was hem de spreuk: vergeet niet dat het volk van God de woestijn door moest alvorens het Beloofde Land te bereiken. De waarheid van die wijze woorden heeft hij in eigen leven ondervonden.
Moge voor hem, die zo geboeid was door Gods schepping, nu het Licht opgaan van Hem, die van zich zelf zegt: ik ben het Licht van de wereld; wie Mij volgt gaat zijn weg niet in de duisternis, maar zal het ware levenslicht bezitten; Joannes 8,12.
P.
Josephus Gijsbertus Hiel werd 4 april 1913 geboren te Hontenisse. Moeder kwam uit Kieldrecht, Oost Vlaanderen, België. Vader wilde aanvankelijk priester worden maar moest er om gezondheidsredenen van afzien. Vier van hun kinderen werden in Antwerpen geboren, het jongste stierf vroegtijdig. In 1913 verhuisden ze naar Hontenisse, Zeeuws Vlaanderen; daar werd Jos geboren. Op hem volgden nog 2 zusjes. Op 3-jarige leeftijd gaat hij naar de bewaarschool, hij was er vroeg bij; 6 jaar oud naar de katholieke school te Groenendijk, Hontenisse, een jaar later ontvangt hij voor het eerst de H. Communie en wordt gevormd door Mgr P. Hopmans. Vader overleed in 1928 plotseling; op bedevaart naar Lourdes, Jos is dan 15.
Aanvankelijk had hij geen idee om priester te worden. Hij zei van zichzelf o.a.: “Ik wilde als kind naar Canada gaan: met een van de schepen mee, die daar over de Schelde voeren. Dat was mijn droom”. De wijde wereld trok hem.
Rond zijn 10e wist de kapelaan van de parochie hem voor het priesterschap te interesseren. Van dan af wordt dat zijn levensideaal. ”Voortaan fietste ik iedere morgen trouw naar de Mis van half zeven om te communiceren”, schrijft hij tijdens zijn noviciaat in 1933. Daarna ging hij naar huis om te ontbijten, “want we woonden een half uur van de kerk; ik twijfel er niet aan”, schrijft hij, “of de Heer heeft door dit dagelijks bezoek mijn roeping versterkt”.
Op de zesde klas wist hij “God heeft een plan met me”. Dan komt de tijd van beslissen: waarheen zou hij gaan? Hij voelde niet voor seculier priester. De kapelaan probeert hem nog naar Wernhoutsburg, de Lazaristen te krijgen – waar al een tiental jongens van zijn parochie studeerde! – maar zijn besluit staat vast: Redemptorist. Die kwamen in ons dorp en die Orde kende ik reeds lang: heeroom Adriaenssens, oom van moeder, was erbij. Bovendien hielp hij zijn zusje bij het verspreiden van de Gerardusbode en de almanak van O.L.Vrouw van Altijddurende Bijstand, die hij altijd trouw las. Toen Pater van Keulen, een stem als een klok, een schitterende missie gaf, was het een uitgemaakte zaak. Hij gaat naar Essen, België, vlak bij de Nederlandse grens. Hij zit daar overigens met gemengde gevoelens want men was er niet ’erg Hollands gezind’. De laatste drie jaar van zijn humaniora bracht hij door op de Nebo.
Zijn religieuze professie als Redemptorist legde hij af 8 september 1933 te ’s Hertogenbosch en werd 11 augustus 1938 te Wittem priester gewijd. In het Lukas-evangelie zegt Jezus wat Hij van zijn medewerkers verwacht: vastberaden inzet voor hun taak toewijding aan hun roeping; ’eet en drink wat u word voorgezet’. Waar het om gaat is: het Rijk Gods, de verwerkelijking van Gods plannen met deze wereld; daar moet de rest voor wijken. Daar heeft Jos zich met alle hem gegeven talenten voor ingezet. Hij was een toegewijd redemptorist.
Van 1939 tot 1951 was hij verbonden aan ons klein-seminarie te Nijmegen, Roermond, St Odiliënberg en Glanerbrug als leraar wiskunde. Liever was hij missionaris geworden, maar hij heeft de taak, hem toevertrouwd, met ijver en bekwaamheid vervuld. Daarna werd hij rector van onze kloosters te Roermond en Roosendaal en van 1967-1992 was hij verbonden aan de parochie voor Franssprekenden te Den Haag. Hij werkte er graag en was er gezien. Vele malen bracht hij zijn vakantie door in Frankrijk, waar goede vrienden hem gastvrij ontvingen.
17 jaar woonde hij in de Jezuïeten-communiteit van de ’t Hoenstraat; hij was er een gewaardeerd lid van; zozeer dat men hem, ofschoon geen lid van de Orde, opnam in de raad van de Overste. Huisgenoten typeerden hem als eenvoudig, nuchter, wijs en vol humor; iemand die veel heeft bijgedragen aan de ’oecumene’ tussen de religieuze gemeenschappen.
Op hoge leeftijd gekomen, bijna 88 jaar oud, ging hij in februari 2001 naar Nijmegen, waar hij verzorging en verpleging vond in het Berchmanianum. Hij was daar dankbaar voor, al kon hij wel eens geïrriteerd raken. Het viel hem niet gemakkelijk de lasten van de ouderdom te dragen.
Hij vond het fijn dat ook in de laatste jaren van zijn leven familieleden hem bezochten. Verknocht aan zijn familie, leefde hij mee met al hun lief en leed; naarstig speurde hij hun genealogie na en gaf die uit in boekvorm. Een begaafd man, temperamentvol en met brede belangstelling.
Wij lazen uit het boek Job van de wonderen van de natuur. Die natuur was Jos dierbaar. Ervaringen van Gods overweldigende schepping, als daar beschreven, kende hij. Zijn wandelingen door het weidse Zeeuwse land zullen ertoe hebben bijgedragen.
Hij was onder de indruk van het heelal en stelde dan indringende vragen als: waarom is er iets, en, waarom niet niets? “Denk je in”, zei hij, “in dat onmetelijke heelal is de aarde een speldenknop; daar wonen mensen en, voor zover wij tot nu toe weten, alleen daar. Daar is Gods Zoon mens geworden, een van ons.“
Het vorig jaar schreef hij op een kerstkaart aan een nichtje: God heeft een plan met iedere mens; wij horen bij zijn schepping, die nog steeds doorgaat, ieder radertje heeft een doel. Zoals in psalm 37 vers 5 staat: vertrouw aan God je levensweg toe, verlaat je op hem. Via verwondering over, bewondering voor de wereld van het geziene, heeft hij mensen gevoelig en ontvankelijk gemaakt voor die van het ongeziene, van de Ongeziene.
Zeer interesseerde hij zich voor de sterrenwereld en kon er boeiend over filosoferen. Tot op hoge leeftijd las hij boeken over de modernste ontwikkelingen op het gebied van de wiskunde; als hij erover sprak, duizelde het me.
In de vroege morgen van dinsdag, 8 november, overleed hij, 92 jaar oud. Een gevuld leven vond zijn voltooiing.
Moge voor hem, die zo geboeid was door Gods schepping, nu het Licht opgaan van Hem, die van zich zelf zegt: ’ik ben het Licht van de wereld; wie Mij volgt, gaat zijn weg niet in de duisternis, maar zal het ware levenslicht bezitten’ (Joh. 8, 12).
Betsy Hiel
Betsy Hiel has been the foreign correspondent for the Pittsburgh (PA) Tribune-Review for five years. She is based in
She also has won awards from the Pennsylvania Associated Press Managing Editors, the Pennsylvania Society of Professional Journalists, the Pennsylvania Newspaper Association-Keystone Press, the Ohio Society of Professional Journalists, and the United Muslim Association of Toledo and the Toledo Chapter of American Muslim Alliance, as well as a Pew Fellowship in International Journalism. Hiel covered the 2003 war in